De belastingaangifte bestaat altijd uit verschillende boxen, waaronder ook Box 3. Dit is namelijk het vermogen dat je hebt op het gebied van spaargeld, aandelen of een tweede woning. De werkelijke inkomsten, zoals de rente op het spaargeld, de dividenden of een huuropbrengst hoeven dan niet aangegeven te worden. Een betaalde rente mag echter niet afgetrokken worden. Je moet daarom altijd goed gaan kijken welke zaken je aan moet gaan geven in deze box. Het kan zowel voor particulieren als ondernemers nadelige gevolgen hebben als deze box leeggelaten wordt en bij de controle blijkt dat het wel in het bezit is.
Bij Box 3 alles verrekend met Box 1
Box 3 houdt in dat er een bepaald percentage van de grondslag sparen en beleggen als voordeel in deze box wordt gerekend. De grondslag is de waarde van het vermogen op 1 januari. Hiervoor moet eerst het heffingsvrij vermogen afgetrokken worden. De schulden die je hebt, worden dan verlaagd met een drempel. Het voordeel wordt verminderd met de persoonsgebonden aftrek wanneer je in box 1 te weinig inkomsten hebt. Alles wat dan overblijft, komt in feite in deze box te staan en moet goed ingevuld worden voor de juiste berekeningen.
De voordelen van jouw eigen heffingsvrij vermogen
Zoals al eerder gezegd heb je ook te maken met een heffingsvrij vermogen in Box 3. Dit is wanneer jouw vermogen niet hoger dan een bepaald bedrag uitkomt. Je kunt er dan namelijk geen voordeel aan behalen en hoeft er ook geen belasting over te betalen. Wanneer je de gegevens in gaat vullen en je zit boven dit bedrag hoeft alleen het bedrag boven deze grens meegenomen te worden in de belastingaangifte. Let daarbij ook op bij het hebben van een fiscale partner, omdat dit de berekeningen kan veranderen.